Donderdag – Vertrek Tazzie
Om 5.15 stond de taxi voor de deur om ons (Flav, Chris en ik) naar domestic terminal te brengen. We hadden besloten om voor een taxi te gaan omdat dat goedkoper was dan met de trein.
Na te zijn ingecheckt ff wachten op het boarden en op naar Melbourne. Dat is ongeveer 1 uurtje vliegen. Omdat ik erg verkouden was, was het een niet erg prettige vlucht. Het opstijgen was geen enkel probleem maar toen we de daling inzette leek het alsof iemand met een brandend hete staaf in mijn neus stond te porren en leek mijn voorhoofd vol te zitten met hete draden die door mijn holtes werden getrokken. Man, ik was blij dat ik op de grond stond maar het leuke was dat we dus nog eens de lucht in moesten.
Uiteindelijk was de 2e vlucht iets minder erg omdat ik met iets meer geweld probeerde om de druk gelijk te krijgen (moest ineens weer denken aan mijn introduik).
Anyway, toen we aankwamen op Hobart Airport pakte we een taxi richting Hobart om daar onze auto op te halen. We hadden niet gedacht dat het vliegveld zo ver van de stad af lag, maar uiteindelijk viel het wel mee in de kosten. ( 37 dollar, wat we konden delen door 3 uiteraard). We kregen de sleutels van een Nissan Pulsar 1.8 Automatic en ons plan was om eerst wat ontbijt te regelen.
Na een kleine stadsrit stopte we bij een breakfastspot precies tegenover Hobart Police Headquarters. Flav en Chris besloten om voor een (goedkope) cheeseburger te gaan ( om 8.30 smorgens). Ik bestelde een big breakfast (eieren met sshpek..en een worst + wat toast). Daarna wilde we zo snel mogelijk Hobart uit dus reden we zoals je op het kaartje kunt zien richting westen. (onderweg eerst ff langs de woolworths om wat boodschappen te doen)
De eerste stop was Mount Field National Park. Daar kochten we een National Parks Pas voor $50. (Normale toegang is $20 en Tazzie heeft een hoop NP’s). In Mount Field NP heb je de Russell Falls waar je in ongeveer 15 minuten heen kunt lopen. We besloten om nog wat verder te gaan richting Horseshoe Falls en daarna naar Lady Baron Falls. Al met al was dit een tochtje van ongeveer 3 uur. Bij de auto aangekomen besloten we om richting strathgordon te gaan om daar een slaapplaats te zoeken.
Toen we wat andere stadjes bekeken kwamen we al snel tot de conclusie dat het niet verstandig was om helemaal naar strathgordon te rijden omdat het wel eens goed kon tegenvallen met beschikbare slaapplaatsen. Dan maar kijken waar we terecht komen en we vonden een slaapplaats in Maydena. Het was bij een knakker die een oud huis had gekocht en dat aan het opknappen was.
Hij had 2 kamers vrij voor reizigers. Die knakker, John, bleek een veganist te zijn. En wilde wel voor een paar dollar een diner voor ons koken. Dat bleken gestampte aardappelen met bruine bonen en een of andere indian curry saus te zijn. Op zich wel te eten (en voor $4 hadden we onze buik wel vol). We vroegen aan John of hij nog tips had en hij vertelde ons wat handige dingen over waar wel en waar niet te gaan. In elk geval het plan voor de vrijdag stond vast.
Vrijdag
Om 7 uur zaten we in de auto richting Strathgordon (ik reed omdat Chris erg moe was) Na ongeveer een uurtje rijden en wat tussenstops voor wat mooie uitzichten kwamen we aan bij het einde van de weg. Daar hadden we een erg mooi uitzicht op de Gordon Dam en na wat foto’s gemaakt te hebben reed ik weer terug richting Maydena. Nog even een snelle stop bij Lake Pedder en ff op de thee bij John. Daarna reed Chris weer verder richting Queenstown. Ons doel van die dag was om uit te komen bij Cradle Valley.
Op de weg naar Queenstown kwamen we langs Lake St Clair. Van wat plaatjes hadden we gezien dat dat erg mooi was, maar John waarschuwde ons dat het punt waar we heen wilde compleet anders was en maar 5 minuten foto’s maken waard was. Mooie gelegendheid om onze bij woolworths gekochte lunch te nuttigen en wat foto’s te maken. Niet te lang bij stilstaan want we hadden nog wat kilometertjes voor de boeg.
In Queenstown aangekomen maakte we een koffiestop (ja ik drink koffie, werk bij wat italianen dus dan moet je na de lunch wel een short black == espresso drinken he :D) Maar goed, Queenstown is de ‘hoofdstad’ van west Tasmania, een mijnwerkersstadje, en er lopen merkwaardige mensen rond. We voelden ons nogal bekeken en gingen dan ook weer snel verder richting noorden.
We kwamen ongeveer om 6 uur aan bij het visitor centre. Dat bleek al gesloten te zijn, en dat was nu net te plaats waar we moesten aanmelden voor een slaapplaats. We vroegen iemand of hij misschien nog iets in de buurt wist en wees ons richting Cosy Cabins. Daar hadden ze nog een 2 bunkbed room waar we mooi met ons 3en in konden.
Nadat we ons gesettled hadden gingen we op zoek naar een bar. Iemand kon ons vertellen dat we het beste naar een hotel konden gaan wat ongeveer 1 km verder lag. Mooie kans voor een avondwandeling dus. Bij het erg chique hotel aangekomen bestelde we een biertje en zaten we een tijdje in de lounche. Toen begonnen we toch wel honger te krijgen en besloten we terug te lopen. Onderweg kwamen we nog een echt Tasmaanse Duivel tegen. Het was donker en uiteraard had ik mijn camera niet meegenomen maar we hebben er in elk geval 1 gezien. Zo na zonsondergang komen trouwens een hoop dieren eens kijken of er wat voedsel te vinden is.
Bij de cosy cabins aangekomen opende we onze onderweggekochte fles wiskey en maakte we de spaghetti met tomatensaus. Na een lekkere maaltijd was het tijd om te gaan slapen.
Zaterdag
Plan was om rond 7 uur op te staan wat achteraf eerder 7.30 werd, maar dat maakt niet uit, na een ontbijtje en een douche stapte we in de auto om weer naar het visitor centre te gaan. We hadden van te voren al besloten dat we de cradle mountain walk wilde gaan doen. Helaas was het erg bewolkt en de gast in het visitor centre liet me een webcamfeed zien van de cradle mountain. Het eerste wat ik dacht en zei: nice, but where is the mountain. Je had dus maar 4-5 meter zicht. Niet echt waard om omhoog te gaan dus. We besloten om naar Dove Lake te rijden om daar een wandeling om het meer te maken.
Tijdens deze wandeling had ik de camera steeds in mijn hand. Dit zorgde ervoor dat er zich een klein beetje condens vormde onder het filter wat erop zat. Omdat ik een foto wilde maken en dus ff moest poetsen van de binnenkant schroefde ik het filter eraf en… het viel uit mijn handen. We stonden net op een boardwalk, en uiteraard viel het naar beneden. Chris zei gelijk, ik ga het wel halen, dus hij klom naar beneden en nam mijn filter samen met een zonnebril op sterkte, een lensdop, een flesje zonnebrand olie weer mee naar boven, ( wat een held he)
Toen we weer terug waren aten we een muesli/noten reep en weer op weg want we hadden best nog wel een stukje te rijden. We reden via Launceston ( spreek uit Lawnzzzton) waar we even een koffie/tankstop maakten weer door naar de oostkust. Ons plan was om te overnachten in Coles Bay maar daar aangekomen, en niet realiserende dat het lang weekend was met Anzacday en dat alles wel eens vol kon zijn, konden we ons omdraaien. Gelukkig was de man zo aardig om even een ander hostel op te bellen ( in Bicheno) om daar 3 bedden voor ons te reserveren.
Het was inmiddels al donker en in het donker komt het wildlife tot leven. Dit betekende dus iets minder snel rijden maar uiteindelijk kom je er wel ( ong 30 mins rijden).
Daar aangekomen, ingecheckt en onze spullen uitgeladen. Ook hier hadden we een kamer voor ons zelf ( al waren er wel 8 bedden in die kamer).
De man van het hostel vertelde ons dat je naar pinguins kon gaan kijken. Een voorwaarde was wel.. geen camera, als je namelijk flitst dan schrikken de beestjes. Er was dus een grote rots waar een hoop pinguins aan het begin van de avond uit het water kwamen. Toen wij daar aankwamen waren er maar 1 of 2 pinguins maar toch erg grappig om te zien.
We begonnen al aardig honger te krijgen dus op naar het hostel om een lekkere maaltijd te maken. Die avond nog wat gekaart met wat japanners ( en wat wiskey gedronken) en maar lekker naar bedje.
Zondag
Na een snel toast met nutella en druiven ontbijt weer in de auto gesprongen om weer naar Coles Bay te gaan. Daar een korte maar steile wandeling naar een uitzichtpunt op Wineglass bay.
Zelfde weg weer terug en bij het visitor centre nog even een kleine wandeling gemaakt over Oyster Beach. Helaas was het weer eens bewolkt dus geen mooie ‘blauwe lucht,mooi landschap pics’. Daarna richting zuiden.
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Vliegtuig vertrok om 6.40 dus om 5.45 stond de taxi voor de deur om ons naar het vliegveld te brengen. Na een 2 uur durende vlucht weer geland in Sydney waar we met de taxi weer naar Glebe werden gebracht.
Daar aangekomen ff gedouched en naar het werk…